1963 – Miel Cools
Klik hier voor de tekst met akkoorden.
Als er eens een zomer kwam
van duizend en één nachtegaal,
een zomer en een waterval
van duizend en één zonnestraal,
als er eens zo ’n zomer kwam
die nimmer nog zou overgaan;
dan geurde altijd zomerhooi,
dan bleef de heide purper,
dan bleef mijn liefste altijd mooi
en droeg haar zomerjurken.
Als er dan een morgen kwam
waar duizend en één ding geschiedt,
een morgen met de plotse val
van duizend vogels in het riet,
als er eens zo ’n morgen kwam
waarin men al de dingen ziet;
dan bleef de morgen opengaan,
dan bleef de weide glanzen,
dan zou mijn liefste als het graan,
dan zou ze altijd dansen.
Als er dan een avond kwam
van duizend en één nachtgeluid,
een avond met de zachte val
van duizend sterren op de ruit,
als er eens zo ’n avond kwam
waarin men al de woorden uit;
dan bleef de nacht altijd muziek,
dan bleef de linde geuren,
dan sliep mijn liefste altijd diep,
dan zou ze nooit meer treuren.